|   Alle Sprachen   
EN   SV   IS   RU   RO   FR   IT   SK   NL   PT   FI   LA   ES   HU   NO   BG   HR   CS   DA   TR   PL   EO   SR   SQ   EL   BS   |   FR   SK   IS   ES   NL   HU   RO   PL   SV   NO   RU   FI   SQ   IT   DA   CS   PT   HR   BG   LA   EO   SR   BS   TR   EL

Duits-Nederlands woordenboek

Deutsch-Niederländisch-Übersetzung für: Aufwind haben
  äöüß...
  Optionen | Tipps | FAQ | Abkürzungen

LoginRegistrieren
Home|New Website|About|Vokabeltrainer|Fachgebiete|Benutzer|Forum|Mitmachen!

Aufwind haben in anderen Sprachen:

Deutsch - Englisch

Wörterbuch Niederländisch Deutsch: Aufwind haben

Übersetzung 101 - 150 von 150  <<

NiederländischDeutsch
VERB   Aufwind haben | hatte Aufwind/Aufwind hatte | Aufwind gehabt
 edit 
Teilweise Übereinstimmung
zeg. iem. in de maling nemen {verb}jdn. zum Besten haben / halten
zeg. iem. voor de mal houden {verb}jdn. zum Besten haben / halten
met iets te maken hebben {verb}mit etw. zu tun haben
zeg. niet goed snik zijn {verb}nicht alle Tassen im Schrank haben
van lotje getikt zijn {verb} [omg.]einen Sparren (locker) haben [ugs.]
iets aan te merken hebben op {verb}etw. auszusetzen haben an
kans maken op iets {verb}Aussicht auf etw. haben [Gewinn, Job etc.]
kans maken op iets {verb}Chance auf etw. haben [Gewinn, Beruf etc.]
Unverified zin in iets hebben {verb}ein Gelüst auf / nach etw. haben [geh.]
een hekel aan iem./iets hebben {verb}vor jdm./etw. Abscheu haben
zeg. ergens tegenaan zitten kijken {verb}nicht den Mut haben (etw. zu tun)
geen idee hebben van iets {verb}null Ahnung von etw. haben [ugs.]
zeg. iets aan z'n water voelen {verb} [fig.]ein (banges) Vorgefühl haben
van invloed zijn op iem./iets {verb}Einfluss auf jdn./etw. haben
van lotje getikt zijn {verb} [omg.]einen Sparren zu viel haben [ugs.]
zeg. zijn schaapjes op het droge hebben {verb}sein Schäfchen im Trockenen haben
genees. van wacht zijn {verb} [arts in ziekenhuis] [BN]Dienst haben [Arzt im Krankenhaus]
een voorkeur voor iem./iets hebben {verb}eine Vorliebe für jdn./etw. haben
onder verdenking staan (van iets) {verb}unter Verdacht stehen (etw. getan zu haben)
van lotje getikt zijn {verb} [omg.]nicht mehr alle haben [ugs.] [verrückt sein]
zeg. ergens geen kaas van gegeten hebbenvon etw. keinen blassen Schimmer haben
de eer hebben iets te doen {verb}die Ehre haben, etw. zu tun
zeg. een lijk in de kast hebben {verb}eine Leiche im Keller haben [ugs.]
een waakzaam oog houden op iets {verb}ein wachsames Auge auf etw. haben
zeg. geen rooie duit (meer) hebben {verb} [omg.]keinen roten Heller (mehr) haben [ugs.]
zeg. het op zijn heupen hebben {verb} [slecht humeur hebben]einen Rappel haben [ugs.]
zeg. iets / niets op zijn kerfstok hebben {verb}etw. / nichts auf dem Kerbholz haben
zeg. nog heel wat voor de boeg hebben {verb}noch einiges vor sich haben
zeg. tussen twee kwaden moeten kiezen {verb}die Wahl zwischen Pest und Cholera haben
zeg. van toeten noch blazen weten {verb}von Tuten und Blasen keine Ahnung haben
van lotje getikt zijn {verb} [omg.]nicht (mehr) alle Tassen im Schrank haben [ugs.]
een vinger in de pap hebben {verb} [zeg.]seine Finger im Spiel haben [Redewendung]
zeg. ergens een blauwe maandag geweest zijn {verb}irgendwo nur eine kurze Zeit verbracht haben
nog heel wat voor de boeg hebben {verb} [idioom]noch viel zu tun haben
zeg. van iem. geen hoge pet op hebben {verb}von jdm. keine hohe Meinung haben
zeg. Dan zitten we met de gebakken peren. [omg.]Dann haben wir den Salat. [ugs.]
zeg. een appeltje met iem. te schillen hebben {verb}mit jdm. ein Hühnchen zu rupfen haben
een bord voor zijn kop hebben {verb} [omg.]ein Brett vor dem Kopf haben [ugs.]
zeg. een eitje met iem. te pellen hebben {verb}mit jdm. ein Hühnchen zu rupfen haben
geen ballen hebben {verb} [vulg.]keine Eier (in der Hose) haben [vulg.]
verdacht worden (van iets) {verb}unter Verdacht stehen (etw. getan zu haben)
geen schuld aan iets hebben {verb}an etw.Dat. keine Schuld haben
een andere kijk op iets hebben {verb}zu etw. eine andere Auffassung haben
angst hebben voor {verb}Angst haben vor
van dienst zijn {verb} [werken]Dienst haben
gek zijn {verb} [niet op zijn gemak zijn]einen an der Waffel haben [ugs.] [Idiom]
Nu hebben we stront aan de knikker. [vulg.]Jetzt haben wir die Kacke am Dampfen. [vulg.]
zeg. de keuze tussen pest en cholera hebben {verb}die Wahl zwischen Pest und Cholera haben
begonnen zijnbegonnen haben
geduld hebben {verb}Geduld haben
Vorige Seite   | 1 | 2 | 3 |   Nächste Seite
Unter folgender Adresse kannst du auf diese Übersetzung verlinken: https://denl.dict.cc/?s=Aufwind+haben
Tipps: Doppelklick neben Begriff = Rück-Übersetzung und Flexion — Neue Wörterbuch-Abfrage: Einfach jetzt tippen!
Suchzeit: 0.082 Sek.

 

Übersetzungen eintragen

Kennst du Übersetzungen, die noch nicht in diesem Wörterbuch enthalten sind? Hier kannst du sie vorschlagen!
Bitte immer nur genau eine Deutsch-Niederländisch-Übersetzung eintragen (Formatierung siehe Guidelines), möglichst mit einem guten Beleg im Kommentarfeld. Wichtig: Bitte hilf auch bei der Prüfung anderer Übersetzungsvorschläge mit!

Um Missbrauch zu verhindern, wirst du nach dem Absenden
gebeten, dich einzuloggen oder deine E-Mail-Adresse anzugeben.
more...
Deutsch more...
Wortart more...
Fachgebiet
Kommentar
(Quelle, URL)
New Window

nach oben | home© 2002 - 2024 Paul Hemetsberger | Impressum / Datenschutz
Dieses Deutsch-Niederländisch-Wörterbuch (Duits-Nederlands woordenboek) basiert auf der Idee der freien Weitergabe von Wissen. Mehr dazu
Links auf dieses Wörterbuch oder einzelne Übersetzungen sind herzlich willkommen! Fragen und Antworten
Werbung