New Website

About

Vokabeltrainer

Fachgebiete

Benutzer

Forum

Mitmachen!

Deutsch: O

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

Wörterbuch Niederländisch ↔ Deutsch: OP

Übersetzung 401 - 450 von 474 << >>

Niederländisch
» Nur in dieser Sprache suchen

Deutsch
» Nur in dieser Sprache suchen

–

NOUN1	der OP [Operationssaal] \| die OPs/OP	edit
NOUN2	die OP [Operation] \| die OPs	edit
SYNO	OP \| Operationssaal \| Eingriff \| OP ...
OP \| Operationssaal Eingriff \| OP \| Operation \| medizinischer Eingriff © OpenThesaurus.de

toerisme vakantie {de} op de boerderij

Urlaub {m} auf dem Bauernhof

5+ Wörter: Andere

spreekw. Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.

Ist die Katze aus dem Haus, tanzen die Mäuse auf dem Tisch.

zeg. Daar is geen kijk op.

Das ist nicht / kaum zu erwarten.

Daaruit maak ik op dat ...

Daraus schließe ich, dass ...

zeg. Er staat veel op het spel.

Es steht viel auf dem Spiel.

Er zit niets anders op dan ...

Es bleibt einem nichts anderes übrig, als ...

geabonneerd zijn op een krant

eine Zeitung beziehen

Het lijkt er alleen maar op.

Es sieht nur so aus.

Hou je kaken op elkaar! [omg.]

Halt die Klappe! [ugs.]

zeg. Je krijgt het niet al ga je op je kop staan.

Du bekommst es nicht und wenn du dich auf den Kopf stellst.

zeg. Je kunt mijn rug op! [omg.]

Du kannst mir (mal) den Buckel runterrutschen! [ugs.]

zeg. Je kunt mijn rug op! [omg.]

Rutsch mir (doch) den Buckel runter! [ugs.]

spreekw. Liever brood in de zak, dan een pluim op de hoed.

Ein Stück Brot in der Tasche ist besser, als eine Feder auf dem Hut.

op de een of andere manier {adv}

irgendwie

zeg. op de kop af zes jaar {adv}

auf den Tag genau sechs Jahre

Pas op voor de hond!

Vorsicht, bissiger Hund!

tot op de dag van vandaag {adv}

bis heute

tot op de dag van vandaag {adv}

bis zum heutigen Tag

spreekw. Voor niets gaat de zon op.

Nichts ist umsonst.

zeg. Wie boter op het hoofd heeft, moet uit de zon blijven.

Wer im Glashaus sitzt, sollte nicht mit Steinen werfen.

zeg. Ze kregen nul op het rekest.

Ihrer Aufforderung wurde nicht nachgekommen.

5+ Wörter: Verben

als twee druppels water op elkaar lijken {verb}

sich gleichen wie ein Ei dem anderen

de deur op slot doen {verb}

die Tür abschließen

de deur op slot doen {verb}

die Tür verschließen

de knip op de deur doen {verb}

die Tür verriegeln

zeg. de natuur op zijn beloop laten {verb}

der Natur ihren Lauf lassen

zeg. de spijker op de kop slaan {verb}

den Nagel auf den Kopf treffen

de verantwoordelijkheid op zich nemen {verb}

die Verantwortung übernehmen

een andere kijk op iets hebben {verb}

etw. anders sehen

een andere kijk op iets hebben {verb}

zu etw. eine andere Auffassung haben

internet een filmpje op internet plaatsen {verb}

ein Video im Internet einstellen

internet een filmpje op internet plaatsen {verb}

ein Video ins Internet stellen

een waakzaam oog houden op iets {verb}

ein wachsames Auge auf etw. haben

Unverified ergens wat op aan te merken hebben {verb}

ein Haar in der Suppe finden [fig.]

geabonneerd zijn op een krant {verb}

eine Zeitung abonniert haben

zeg. het op een akkoordje gooien {verb} [omg.]

zu einem Vergleich kommen

zeg. het op zijn heupen hebben {verb} [slecht humeur hebben]

einen Rappel haben [ugs.]

zeg. het op zijn heupen hebben {verb} [slecht humeur hebben]

furchtbar schlecht gelaunt sein

zeg. iem. de stuipen op het lijf jagen {verb}

jdm. einen gehörigen Schrecken einjagen

iem. op de hoogte houden (van iets) {verb} [idioom]

jdn. auf dem Laufenden halten (über etw.) [Idiom]

zeg. iets / niets op zijn kerfstok hebben {verb}

etw. / nichts auf dem Kerbholz haben

iets aan te merken hebben op {verb}

etw. auszusetzen haben an

zeg. iets op de lange baan schuiven {verb}

etw. hinauszögern

zeg. iets op de lange baan schuiven {verb}

etw. auf die lange Bank schieben [ugs.]

met een kanon op een mug / vlieg schieten {verb}

mit Kanonen auf Spatzen schießen

met een smak op de grond belanden {verb}

auf dem Boden aufklatschen

niet zuiver op de graat zijn {verb}

nicht ganz ehrlich sein

zeg. olie op het vuur gooien {verb}

Öl ins Feuer gießen

zeg. olie op het vuur gooien {verb}

Öl ins Feuer schütten

zeg. op de / zijn hoede zijn {verb}

auf der Hut sein

» Weitere 67 Übersetzungen für OP innerhalb von Kommentaren

Vorige Seite | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | Nächste Seite

Unter folgender Adresse kannst du auf diese Übersetzung verlinken: https://denl.dict.cc/?s=OP
Tipps: Doppelklick neben Begriff = Rück-Übersetzung und Flexion — Neue Wörterbuch-Abfrage: Einfach jetzt tippen!
Suchzeit: 0.033 Sek.

Übersetzungen eintragen

Kennst du Übersetzungen, die noch nicht in diesem Wörterbuch enthalten sind? Hier kannst du sie vorschlagen!
Bitte immer nur genau eine Deutsch-Niederländisch-Übersetzung eintragen (Formatierung siehe Guidelines), möglichst mit einem guten Beleg im Kommentarfeld. Wichtig: Bitte hilf auch bei der Prüfung anderer Übersetzungsvorschläge mit!

nach oben | home

Dieses Deutsch-Niederländisch-Wörterbuch (Duits-Nederlands woordenboek) basiert auf der Idee der freien Weitergabe von Wissen. Mehr dazu
Links auf dieses Wörterbuch oder einzelne Übersetzungen sind herzlich willkommen! Fragen und Antworten

Duits-Nederlands woordenboek

OP in anderen Sprachen:

Wörterbuch Niederländisch ↔ Deutsch: OP

Übersetzung 401 - 450 von 474 << >>

Übersetzungen eintragen