|   All Languages   
EN   SV   IS   RU   RO   FR   IT   SK   NL   PT   LA   FI   ES   HU   NO   BG   HR   CS   UK   DA   TR   PL   EO   SR   SQ   EL   BS   |   FR   SK   IS   ES   NL   RO   HU   PL   SV   NO   RU   FI   IT   SQ   DA   CS   PT   HR   BG   LA   EO   BS   SR   TR   EL

Duits-Nederlands woordenboek

Dutch-German translation for: angst hebben voor
  äöüß...
  Options | Tips | FAQ | Abbreviations

LoginSign Up
Home|New Website|About|Vocab Trainer|Subjects|Users|Forum|Contribute!

angst hebben voor in other languages:

Deutsch - Niederländisch
English - Dutch
English - all languages

Dictionary Dutch German: angst hebben voor

Translation 1 - 50 of 320  >>

DutchGerman
angst hebben voor {verb}Angst haben vor
angst hebben voor {verb}sich fürchten vor
Partial Matches
begrip hebben voor iets {verb}Verständnis haben für etw.
belangstelling hebben voor iets {verb}sich für etw. interessieren
het voor het zeggen hebben {verb}das Sagen haben
een voorkeur voor iem./iets hebben {verb}eine Vorliebe für jdn./etw. haben
een bord voor zijn kop hebben {verb} [omg.]ein Brett vor dem Kopf haben [ugs.]
zeg. nog heel wat voor de boeg hebben {verb}noch einiges vor sich haben
nog heel wat voor de boeg hebben {verb} [idioom]noch viel zu tun haben
angst {de}Angst {f} [Befürchtung, stärker: Furcht]
spreekw. Angst is een slechte raadgever.Angst ist ein schlechter Ratgeber.
hebben {verb}haben
hebben {verb} [bezitten]besitzen
abuis hebben {verb}im Irrtum sein
abuis hebben {verb}sich irren
binnenpretjes hebben {verb}in sich hineinlachen
buikpijn hebben {verb}Bauchschmerzen haben
genees. diarree hebben {verb}Durchfall haben
dorst hebben {verb}Durst haben
dorst hebben {verb}durstig sein
gebloosd hebben {verb}errötet sein
geduld hebben {verb}Geduld haben
gelijk hebben {verb}Recht haben
gelijk hebben {verb}recht haben
geluk hebben {verb}Glück haben
haast hebben {verb}es eilig haben
haast hebben {verb}in Eile sein
honger hebben {verb}Hunger haben
honger hebben {verb}hungrig sein
genees. hoofdpijn hebben {verb}Kopfschmerzen haben
keelpijn hebben {verb}Halsschmerzen haben
nodig hebben {verb}benötigen
pijn hebben {verb}Schmerzen haben
ruzie hebben {verb}Streit haben
schulden hebben {verb}verschuldet sein
genees. sport spierpijn hebben {verb}Muskelkater haben
spijt hebben {verb}bedauern
tijd hebben {verb}Zeit haben
trek hebben {verb}Appetit haben
vertraging hebben {verb}Verspätung haben
berouw hebben van {verb}bereuen
een binnenpretje hebben {verb}in sich hineinlachen
genoeg hebben van {verb}genug haben von
het druk hebben {verb}beschäftigt sein
het koud hebben {verb}frieren
het mis hebben {verb}sich irren
het overwicht hebben {verb}überwiegen
medelijden hebben met {verb}bemitleiden
meelij hebben met {verb}bemitleiden
ten doel hebben {verb}zum Ziel haben
Previous page   | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |   Next page
Feel free to link to this translation! Permanent link: https://denl.dict.cc/?s=angst+hebben+voor
Hint: Double-click next to phrase to retranslate — To translate another word just start typing!
Search time: 0.030 sec

 

Add a translation to the Dutch-German dictionary

Do you know German-Dutch translations not listed in this dictionary? Please tell us by entering them here!
Before you submit, please have a look at the guidelines. If you can provide multiple translations, please post one by one. Make sure to provide useful source information. Important: Please also help by verifying other suggestions!

To avoid spam or junk postings you will be asked to log in
or specify your e-mail address after you submit this form.
more...
German more...
Word Class more...
Subject
Comment
(Source, URL)
New Window

back to top | home© 2002 - 2025 Paul Hemetsberger | contact / privacy
Dutch-German dictionary (Duits-Nederlands woordenboek) developed to help you share your knowledge with others. More information
Links to this dictionary or to single translations are very welcome! Questions and Answers
Advertisement