|   Alle Sprachen   
EN   SV   IS   RU   RO   FR   IT   SK   NL   PT   FI   LA   ES   HU   NO   BG   HR   CS   DA   TR   PL   EO   SR   SQ   EL   BS   |   FR   SK   IS   ES   NL   HU   RO   PL   SV   NO   RU   FI   SQ   IT   DA   CS   PT   HR   BG   LA   EO   SR   BS   TR   EL

Duits-Nederlands woordenboek

Deutsch-Niederländisch-Übersetzung für: einen Angriff erwidern
  äöüß...
  Optionen | Tipps | FAQ | Abkürzungen

LoginRegistrieren
Home|New Website|About|Vokabeltrainer|Fachgebiete|Benutzer|Forum|Mitmachen!

einen Angriff erwidern in anderen Sprachen:

Deutsch - Italienisch
Deutsch - Latein
Deutsch - alle Sprachen

Wörterbuch Niederländisch Deutsch: einen Angriff erwidern

Übersetzung 101 - 150 von 157  <<  >>

NiederländischDeutsch
Teilweise Übereinstimmung
in een boom klimmen {verb}auf einen Baum klettern
een bok schieten {verb} [idioom]einen Bock schießen [ugs.] [Redewendung]
groene vingers hebben {verb} [idioom]einen grünen Daumen haben [Idiom]
iem. een klap geven {verb}jdm. einen Handschlag versetzen [selten]
een vaste verkering hebben {verb} [vriend]einen festen Freund haben
zeg. op zijn kop krijgen {verb}einen Rüffel kriegen / bekommen [ugs.]
van lotje getikt zijn {verb} [omg.]einen Vogel haben [ugs.]
gastr. de ingewanden van een vis verwijderen {verb}einen Fisch ausnehmen
zeg. een duit in het zakje doen {verb}einen Beitrag leisten
zeg. ergens een stokje voor steken {verb}etw. einen Riegel vorschieben
zeg. voor een habbekrats {adv}für einen Apfel und ein Ei [ugs.]
een dag vrij nemen {verb}sichDat. einen Tag frei nehmen
het hoofd koel houden {verb} [idioom]einen kühlen Kopf bewahren [Idiom]
zeg. iem. in de maling nemen {verb}jdm. einen Bären aufbinden [fig.]
zeg. iets voor een prikje kopen {verb}etw. für einen Pappenstiel kaufen
zeg. iets voor een prikkie kopen {verb}etw. für einen Pappenstiel kaufen
ruzie beginnen te maken {verb}einen Streit vom Zaun brechen [Idiom]
van lotje getikt zijn {verb} [omg.]einen Sparren (locker) haben [ugs.]
zeg. Daar zakt je broek van af!Das haut einen um!
zeg. op zijn donder krijgen {verb} [met woorden]einen Rüffel kriegen / bekommen [ugs.]
van lotje getikt zijn {verb} [omg.]einen Sparren zu viel haben [ugs.]
om een of andere reden {adv}aus dem einen oder anderen Grund
recht zeg. een advocaat in de arm nemen {verb}sichDat. einen Rechtsanwalt nehmen
zeg. ergens een punt achter zetten {verb}einen Schlusspunkt hinter / unter etw. setzen
iem. een steek onder water geven {verb}jdm. einen Seitenhieb versetzen [fig.]
een blik op iem./iets werpen {verb}einen Blick auf jdn./etw. werfen
zeg. iem. voor de gek houden {verb}sichDat. mit jdm. einen Spaß erlauben
zeg. iets aan zijn laars lappen {verb}sich einen Dreck um etw. scheren [ugs.]
Dat is geen zuivere koffie. [zeg.]Die Sache hat einen Haken. [Idiom]
zeg. het op zijn heupen hebben {verb} [slecht humeur hebben]einen Rappel haben [ugs.]
zeg. iem. de stuipen op het lijf jagen {verb}jdm. einen gehörigen Schrecken einjagen
van een mug een olifant maken {verb}aus einer Mücke einen Elefanten machen
sport een snoek slaan {verb} [omg.] [verkeerde roeislag maken]einen Krebs fangen [ugs.] [falsche Ruderbewegung machen]
zeg. Gods water over Gods akker laten lopen {verb}den lieben Gott einen guten Mann sein lassen
spreekw. De een zijn dood is een ander zijn brood.Des einen Tod ist des anderen Brot.
een virus oplopen {verb}sichDat. einen Virus einfangen [ugs.]
zich een weg banen {verb}sichDat. einen Weg bahnen
een film afkijken {verb}einen Film zu Ende schauen
een film afkijken {verb}einen Film zu Ende sehen
Ik heb een kater.Ich habe einen Kater.
transp. verk. in een file belanden {verb}in einen Stau geraten
zeg. een protest de kop indrukken {verb}einen Protest niederschlagen
een toon aanslaan {verb} [ook fig.]einen Ton anschlagen [auch fig.]
een brief aan iem. adresseren {verb}einen Brief an jdn. adressieren
zeg. zich een bult lachen {verb}sichDat. einen Ast lachen [ugs.]
textiel een stof in plooien leggen {verb}einen Stoff in Falten legen
naar een film kijken {verb}einen Film ansehen
zich een deuk lachen {verb} [idioom]sichDat. einen Ast lachen [ugs.] [Idiom]
aan de tafel gaan zitten {verb} [fig.]sich (miteinander) an einen Tisch setzen [fig.]
zich aan een strohalm vastklampen {verb} [fig.]sich [+Akk.] an einen Strohhalm klammern [fig.]
Vorige Seite   | 1 | 2 | 3 | 4 |   Nächste Seite
Unter folgender Adresse kannst du auf diese Übersetzung verlinken: https://denl.dict.cc/?s=einen+Angriff+erwidern
Tipps: Doppelklick neben Begriff = Rück-Übersetzung und Flexion — Neue Wörterbuch-Abfrage: Einfach jetzt tippen!
Suchzeit: 0.093 Sek.

 

Übersetzungen eintragen

Kennst du Übersetzungen, die noch nicht in diesem Wörterbuch enthalten sind? Hier kannst du sie vorschlagen!
Bitte immer nur genau eine Deutsch-Niederländisch-Übersetzung eintragen (Formatierung siehe Guidelines), möglichst mit einem guten Beleg im Kommentarfeld. Wichtig: Bitte hilf auch bei der Prüfung anderer Übersetzungsvorschläge mit!

Um Missbrauch zu verhindern, wirst du nach dem Absenden
gebeten, dich einzuloggen oder deine E-Mail-Adresse anzugeben.
more...
Deutsch more...
Wortart more...
Fachgebiet
Kommentar
(Quelle, URL)
New Window

nach oben | home© 2002 - 2024 Paul Hemetsberger | Impressum / Datenschutz
Dieses Deutsch-Niederländisch-Wörterbuch (Duits-Nederlands woordenboek) basiert auf der Idee der freien Weitergabe von Wissen. Mehr dazu
Links auf dieses Wörterbuch oder einzelne Übersetzungen sind herzlich willkommen! Fragen und Antworten
Werbung