|   Alle Sprachen   
EN   SV   IS   RU   RO   FR   IT   SK   NL   PT   FI   LA   ES   HU   NO   BG   HR   CS   DA   TR   PL   EO   SR   SQ   EL   BS   |   FR   SK   IS   ES   NL   HU   RO   PL   SV   NO   RU   FI   SQ   IT   DA   CS   PT   HR   BG   LA   EO   SR   BS   TR   EL

Duits-Nederlands woordenboek

Deutsch-Niederländisch-Übersetzung für: iets
  äöüß...
  Optionen | Tipps | FAQ | Abkürzungen

LoginRegistrieren
Home|New Website|About|Vokabeltrainer|Fachgebiete|Benutzer|Forum|Mitmachen!

iets in anderen Sprachen:

Deutsch - Niederländisch
English - Dutch
English - all languages
Eintragen in ...

Wörterbuch Niederländisch Deutsch: iets

Übersetzung 1651 - 1700 von 1747  <<  >>


Niederländisch

» Nur in dieser Sprache suchen


Deutsch

» Nur in dieser Sprache suchen

iets in de fik steken {verb}etw. in Brand stecken
iets in de hand werken {verb}etw.Dat. Vorschub leisten
iets in de ijskast zetten {verb} [idioom]etw. auf Eis legen [Idiom]
iets in de kiem smoren {verb} [idioom]etw.Akk. im Keim ersticken [Redewendung]
iets in de koelkast zetten {verb}etw. in den Kühlschrank legen / stellen / geben
iets in de koelkast zetten {verb} [fig.]etw. auf Eis legen [fig.]
iets in de praktijk brengen {verb}etw. in die Praxis umsetzen
iets in de praktijk toepassen {verb}etw. in die Praxis umsetzen
iets in de smiezen hebben {verb}etw. wittern
Unverified iets in de war brengen {verb} [iemands haar]etw. zerzausen [jds. Haare]
iets in elkaar flansen / draaien {verb}etw. zusammenschustern [ugs.]
iets in goede staat houden {verb}etw. erhalten [konservieren, in Stand halten]
zeg. iets in zijn vaandel schrijven {verb} [fig.]etw. auf seine Fahne schreiben [fig.]
zeg. iets met twee maten meten {verb}etw. mit zweierlei Maß messen
zeg. iets op de been brengen {verb}etw. auf die Beine stellen
zeg. iets op de keper beschouwen {verb}etw. bei Lichte besehen
zeg. iets op de keper beschouwen {verb}etw. bei Lichte betrachten
zeg. iets op de kop tikken {verb}etw. auftreiben
zeg. iets op de kop tikken {verb}etw. ergattern [ugs.]
zeg. iets op de kop tikken {verb}etw. erwischen [ugs.] [ergattern]
iets op de post doen {verb}etw. zur Post bringen
fiets iets op de standaard zetten {verb} [fiets, motorfiets]etw. auf den Ständer stellen [Fahrrad, Motorrad]
iets op een spoel winden {verb}etw. auf eine Spule wickeln
iets op een veiling kopen {verb}etw. ersteigern
zeg. iets over het hoofd zien {verb}etw. übersehen
iets uit het hoofd leren {verb}etw. auswendig lernen
zeg. iets van de hand wijzen {verb}etw. ablehnen
zeg. iets voor een prikje kopen {verb}etw. für einen Pappenstiel kaufen
zeg. iets voor een prikkie kopen {verb}etw. für einen Pappenstiel kaufen
iets zwart op wit zetten {verb} [zeg.]etw.Akk. schriftlich festhalten
zeg. iets/ iem. haten als de pest {verb}jdm./etw. wie die Pest hassen
met iem./iets in contact staan {verb}mit jdm./etw. in Kontakt stehen
met iets te maken hebben {verb}mit etw. zu tun haben
niet gediend zijn van iets {verb}sichDat. etw. verbitten
niet veel terechtbrengen van iets {verb}bei etw.Dat. nicht viel zustande bringen
niet vertrouwd zijn met iets {verb}mit etw. nicht vertraut sein
onder verdenking staan (van iets) {verb}unter Verdacht stehen (etw. getan zu haben)
zeg. op iets zitten te broeden {verb} [fig.]über etw. brüten [intensiv nachdenken; grübeln]
popelen om iets te doen {verb}darauf brennen, etw. zu tun
van invloed zijn op iem./iets {verb}Einfluss auf jdn./etw. haben
van toepassing zijn op iem./iets {verb}auf jdn./etw. zutreffen
veel vertoon van iets maken {verb}großen Aufwand mit etw. betreiben
zich aan iets schuldig maken {verb}etw.Gen. schuldig sein [sich schuldig machen]
zich aan iets schuldig maken {verb}sich etw.Gen. schuldig machen
zich aan iets schuldig maken {verb}sichDat. etw. zuschulden kommen lassen
zich aan iets schuldig maken {verb}sichDat. etw. zu Schulden kommen lassen [Rsv.]
zich niet storen aan iets {verb}sich nicht an etw.Dat. stören
zeg. zich niets aantrekken van iets {verb}sich nicht um etw. scheren [ugs.]
zeg. zich niets aantrekken van iets {verb}sich um etw. nicht kümmern
zich over iem./iets zorgen maken {verb}sichDat. um jdn./etw. Sorgen machen
» Weitere 42 Übersetzungen für iets innerhalb von Kommentaren
Vorige Seite   | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 |   Nächste Seite
Unter folgender Adresse kannst du auf diese Übersetzung verlinken: https://denl.dict.cc/?s=iets
Tipps: Doppelklick neben Begriff = Rück-Übersetzung und Flexion — Neue Wörterbuch-Abfrage: Einfach jetzt tippen!
Suchzeit: 0.038 Sek.
 

Übersetzungen eintragen

Kennst du Übersetzungen, die noch nicht in diesem Wörterbuch enthalten sind? Hier kannst du sie vorschlagen!
Bitte immer nur genau eine Deutsch-Niederländisch-Übersetzung eintragen (Formatierung siehe Guidelines), möglichst mit einem guten Beleg im Kommentarfeld. Wichtig: Bitte hilf auch bei der Prüfung anderer Übersetzungsvorschläge mit!

Um Missbrauch zu verhindern, wirst du nach dem Absenden
gebeten, dich einzuloggen oder deine E-Mail-Adresse anzugeben.
more...
Deutsch more...
Wortart more...
Fachgebiet
Kommentar
(Quelle, URL)
New Window

nach oben | home© 2002 - 2024 Paul Hemetsberger | Impressum / Datenschutz
Dieses Deutsch-Niederländisch-Wörterbuch (Duits-Nederlands woordenboek) basiert auf der Idee der freien Weitergabe von Wissen. Mehr dazu
Links auf dieses Wörterbuch oder einzelne Übersetzungen sind herzlich willkommen! Fragen und Antworten
Werbung